Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij [4]spannen hun tong [als] hun boog [tot] leugen; zij worden geweldig in het land, doch niet [5]tot waarheid; want zij [6]gaan voort van boosheid tot boosheid, maar Mij kennen zij niet, spreekt de HEERE. 4. Hebreeuws, treden; gelijk men den voetboog doet als men dien spant. Of aldus: Zij spannen hunne tong, hun boog is leugen. 5. Of, in de waarheid of geloof, trouw. 6. Vergelijk Deut.29:19, met de aantekening.